Natuurwaarden van het cultuurlandschap rondom Stuifzand

Waar tot in de jaren ’50 boer, burger en dier nog redelijk in harmonie samenleefden, botsen de belangen tegenwoordig steeds vaker. We wonen met veel op weinig ruimte, en we willen steeds meer. De natuur wordt op veel plekken ingeperkt, overvoerd met meststoffen en vergiftigd – en raakt op allerlei manieren in de knel. Brandnetels, bramen, mais en raaigras tieren ondertussen welig.

Om soorten te beschermen werden regels opgesteld. Maar boer en burger voelden zich daardoor vaak juist zelf beperkt in hun ruimte en groei. Ook zij kwamen in de knel. Boosheid en frustratie groeiden, en het debat werd steeds stekeliger – als bramenstruiken in een overwoekerd veld. Het lijkt soms wel een slecht sprookje, zonder helden, waarin trollen het script zijn gaan schrijven. En ze leefden nog kort en ongelukkig.

Maar kan het ook anders? Jazeker. Rondom mijn woonplaats Stuifzand, op de grens van zand en veen, zie ik tijdens mijn omzwervingen een waardevol, kleinschalig cultuurlandschap. Koeien grazen er zomers nog buiten, oude bosjes en houtwallen zijn bewaard gebleven, een meanderend beekje slingert weer door het veld en natte heidevelden kleuren het landschap. Her en der staan nog boerderijen met oude fruitbomen.

Vooral in april, met bloeiende planten en ochtendmist, is het een genot om hier rond te dwalen en te mijmeren. Mens en natuur leven hier nog vaak gebroederlijk naast elkaar. Een beetje geven en nemen – zoals vrienden doen, aldus Bonnie & José. Het kan, als we maar willen. En doen. Struun je mee? 


Een scheefgezakte deur en een bloeiende appelboom. 

Om de paar weken ziet deze slootwal er anders uit. Nu geel van de paardenbloemen, over een paar weken wit van het fluitenkruid.  

De paardenbloem is een zeer waardevolle nectarplant voor talloze insecten. Een landkaartje warmt zich op en zuigt even later nectar uit de bloem. 

De onderkant van de vleugels van dit vlindertje doen denken aan een landkaart. Ze vliegen door het zonnige en warme weer van dit voorjaar volop in deze omgeving.   

De vochtige, niet bespoten weilanden worden in april nog niet door de boer gemaaid.  Het is een waar vlinderparadijs voor tientallen vlinders en vele duizenden bijen, hommels en andere insecten. 


Het mannetje van het oranjetipje wil paren, maar het vrouwtje staat er duidelijk niet meer voor open. Ze geeft dat duidelijk aan door haar lichaam omhoog te steken  en het mannetje vliegt weer verder. 


De meesten mensen gaan, nadat ze in het cafe veelvuldig hebben gedronken, toch maar naar huis om te slapen. Dat geldt voor vlinders ook. Sommige oranjetipjes zijn echter zo gulzig, dat ze te lang doorgaan met nectar drinken. Het wordt dan zo koud, dat ze zich niet meer kunnen verplaatsen naar veilige plekjes onderin de begroeiing. Dan maar slapen op de bar en ' s ochtends gewoon weer verder zuipen. Ik had gisteren het geluk om zo'n drankorgel, direct na zonsopkomst, tegen te komen op een pinksterbloem. Hangend aan de bar. De dauwdruppels zorgen voor een toepasselijk sfeertje.

Als het mistig is en de tempreatuur onder nul moet je je wekker eens heel vroeg zetten. Zet je dichtbij-bril opzet en je ondekt talloze kunstwerkjes. Ware meesterwerken kan je tegenkomen in dat ene halfuurtje direct na zonsopkomst. 

Rijpaanslag op een paardenbloem. 

De sleutel bij zonsopkomst en optrekkende mist. 

De begroeide randen van de zandwegen en bosjes langs het oude diepje, zijn eeuwenlang onaangeroerd geweest en je kan er daarom vele soorten planten ontdekken. De voorjaarsbloeiers zoals deze lelietje der dalen bloeien voordat er bladeren aan de bomen komen en ze profiteren zodoende optimaal van de zon. 

Zeer oud bospaadje in het sectebosje aan de secteweg.

In april en mei komen steeds meer libellenlarven uit het water gekropen om zich  om te laten toveren tot prachtige libellen zoals deze smaragdlibel. 

 Ik zag opeens vier putters in het gras. Ze zaten zaadpluizen van paardenbloemen te eten, maar deze wilde tussen het eten door wel even een paar seconden voor mij poseren. 

Langs ruige bermen met braam kan je roodborsttapuiten ontdekken. Vanuit de auto zijn ze gemakkelijk op de foto te zetten. 

De torenvalk neemt de laatste jaren flink in aantal af, maar soms zie je ze nog bidden hoog in de lucht of nadien op een paaltje een maatijd verorberen.
Meestal muizen of kevers.    

 Als je de plekken weet waar reeën zich veilig voelen dan zie je ze dikwijls.  

 Nog een paar weken en de eerste reekalfjes worden weer geboren. Die zie je duidelijk minder vaak, maar heel soms heb je geluk. Jong en onbevreest.
Honden aan de lijn, juist in deze periode!  


Meer Stuifzand? Twaalf jaar geleden maakte ik ook al eens een fotoblog over deze omgeving :

Reacties

Populaire posts van deze blog

De oeroude bossen van Bad Bentheim en Samerrott.

Windhoos van 14 juli 1975

Sneeuw in Drenthe. Winter 2017

Het wel en wee van een familie levendbarende hagedissen.

Op een hete zomeravond in september rondom de Hoge Stoep

Monarch vlinders, flamingo's, bijeneters, hoppen en spectaculaire vergezichten in de Algarve.

Boommarter, beverrat en 15 soorten vlinders rondom Brenazet in Vernusse.

Ruige rijp, springende reeën en ijshaar in het Dwingelderveld.

Eerste vorst van de winter en grondmist bij de Loozensche linie aan de vecht.

Kamsalamanders, boomkikkers en eikenpages