De plaats Hoogeveen weten de meeste mensen wel te liggen maar waar die naam nu precies vandaag komt weet de gemiddelde Nederlander niet. Hoogveen lijkt ook iets van lang vergeten dagen. Toen Nederland nog nederig was. Bijna al het veen is afgegraven en in de turfkachel beland. Op wat er nog over is zijn we heel zuinig geworden. Het hypocriete is dat momenteel nog steeds veel veen wordt afgegraven in bijvoorbeeld Estland ten behoeve van onze tuinaarde. Hieronder een beeldverslag van hoe dat turf nu ontstaat en wat op het hoogveen groeit.
De planten die groeien op een zwevend pakket bovenop het water noemen we levend hoogveen. Je mag de plantjes nederig noemen in hun voedselopname maar groots in hun aanpassingsvermogen. Er zijn nog maar een paar plaatsen in Nederland waar levend hoogveen is te vinden. Het Bargerveen en het Fochteloërveen zijn het meest bekend maar in verschillende kleine vennen in Drenthe zijn nog kleine stukjes te vinden. Voor een natuurliefhebber zijn het juweeltjes. Het is bijna niet voor te stellen dat vroeger grote stukken van Nederland er zo moet hebben uitgezien.
Het ven waar ik ben bestaat uit twee gedeelten. Het ene stuk is vroeger als siervijver ingericht en daar is onder andere aarde ingestort. Daardoor staan er planten die je meer in het laagveen van de Wieden zou verwachten zoals waterlelie en gele lis. Dat gedeelte is meer dan een meter diep. In het midden liep, dwars door het ven, een oud pad. Het pad staat nu onder water en vormt de scheiding met het authentieke deel. Op de grens met het open deel (zie hierboven) groeit het veenmos, ook wel sphagnum genoemd. Het veenmos is weer onder te verdelen verdeeld in meer dan 40 soorten mos. Één ding hebben al deze mossen gemeen, veenmos groeit van boven steeds maar door terwijl het van onderen afsterft. Dat proces kan honderden jaren doorgaan en er ontstaat op den duur een dikke laag veenmos dat drijft bovenop het water.
Eén van de eerste planten zie zich vestigt bovenop de veenmosbulten is ronde zonnedauw. Omdat er bovenop het veenmos en drijvend op het water, geen voeding uit de grond te halen is, voedt dit plantje zichzelf door het vangen van kleine insecten. De insecten komen af op de kleverige substantie aan de uiteinden van de haren op het blad. Als een insect is gevangen rolt het blad zich eromheen en wordt het verteerd en opgenomen in de plant.
Als het pakket nog dikker wordt kan je er zelfs overheen lopen, een aparte ervaring, je loopt op een soort van dikke pudding. Het is een enorme spons dat feitelijk zijn eigen, bewegend, landschap creëert. Er gaan steeds meer planten groeien zoals hier op de voorgrond bloeiend veenpluis. Op den duur verland het mos steeds meer in turf en gaan er ook berkenbomen groeien en golft het steeds minder. Het groeien van het veenmos blijft echter, zolang er voldoende water is, doorgaan. Het veenpakket kan, in de loop van duizenden jaren, tot meters dik worden en boven het omringende land uitgroeien en zelfs dat gaan overgroeien.
Een zeldzame plant die afhankelijk is van hoogveen is de kleine veenbes. Het is een klein roze bloemetje.
De besjes zijn duidelijker te zien. Het veenmos ligt ermee bezaait. Overigens zijn dit nog besjes van vorig jaar.
Lavendelheide is ook zo'n typische hoogveenplant en bloeit nu ook.
Dit type landschap kent drie vlinders die afhankelijk zijn van bovengenoemde planten en ze zijn alle drie bijna uitgestorven in Nederland. In dit ven kwam de veenbesparelmoervlinder nog voor, de laatste jaren wordt ook deze al niet meer gezien. Ik zie wel een andere vlinder. Een groentje.
Nog een overzichtsfoto van het rood kleurende hoogveen.
1-5-2015
Een jaar later is de natuur een paar weken later op gang gekomen. Het levend hoogveen ziet er nu heel anders uit en ik besluit om onze dochter de unieke ervaring van het lopen op een drijvend tapijt van veenmos te gunnen.
4-5-2014
Naast het ven ligt een voedingsarm grasveld dat ook interessant is. Er staan zo'n 30 brede orchissen.
Hoeveel mooier kan ik afsluiten dan met een foto van een kleine vuurvlinder die voor mijn camera landt op een brede orchis?
In de laatste week van april 2017 was het nu niet bepaald vakantieweer. Bijna iedere nacht dook de temperatuur onder nul en 's middags stortte menig hagel en sneeuwbui zich uit over onze hoofden. Tussen de buien door scheen heerlijk de zon en met een warme muts, twee jassen en bijgestelde verwachtingen, was het in Bad Bentheim prima vol te houden. Er was genoeg te ontdekken want, behalve de eeuwenoude bomen, zijn hier ook in grote aantallen bosplanten te zien die in Nederland maar weinig voorkomen. Het oerbos van Bad Bentheim wordt doorsneden door meanderende bosbeekjes. Op de oevers zijn vele sporen van wilde zwijnen, edelherten en reeën te zien. In dit bos mogen al heel lang dode bomen gewoon blijven staan. Het is een prachtig gezicht waarin oud zich mooi aftekend tegen het fris groene van de jonge bomen. Langs een pad is het net wat lichter en ontdek ik het maarts viooltje, die het het ook in april nog prima doet. Is de naam violet afgeleid...
Het meest bijzondere weerverschijnsel is wat mij betreft absoluut een windhoos. Dit is dan helemaal te danken aan het feit dat op 14 juli 1975 een windhoos pal over ons huis trok. Ik was toen zeven jaar. Het was die dag, zoals zo vaak bij zware windhozen het geval is, broeierig warm. In het begin van de avond kwam er volgens mijn moeder opeens een heel rare geelgroene lucht uit het westen opzetten en de wolken gingen op een zeer vreemde manier door elkaar bewegen. Wat ik mij nog herinner is zeer veel lawaai en met het hele gezin in het halletje tussen twee muren in schuilen voor al het vensterglas wat door allerlei dakpannen van de buren kapot knalde. Mijn vader ging even kijken in onze (vrij grote boerderij-achtige) schuur en zei dat het hele dak tientallen centimeters op en neer ging. Na afloop naar buiten gegaan en door het dorp heen gelopen. Het was een enorme ravage met enorm veel afgewaaide dakpannen. Complete boerderijschuren gingen tegen de vlakte Naar la...
Waar tot in de jaren ’50 boer, burger en dier nog redelijk in harmonie samenleefden, botsen de belangen tegenwoordig steeds vaker. We wonen met veel op weinig ruimte, en we willen steeds meer. De natuur wordt op veel plekken ingeperkt, overvoerd met meststoffen en vergiftigd – en raakt op allerlei manieren in de knel. Brandnetels, bramen, mais en raaigras tieren ondertussen welig. Om soorten te beschermen werden regels opgesteld. Maar boer en burger voelden zich daardoor vaak juist zelf beperkt in hun ruimte en groei. Ook zij kwamen in de knel. Boosheid en frustratie groeiden, en het debat werd steeds stekeliger – als bramenstruiken in een overwoekerd veld. Het lijkt soms wel een slecht sprookje, zonder helden, waarin trollen het script zijn gaan schrijven. En ze leefden nog kort en ongelukkig. Maar kan het ook anders? Jazeker. Rondom mijn woonplaats Stuifzand, op de grens van zand en veen, zie ik tijdens mijn omzwervingen een waardevol, kleinschalig cultuurlandschap. Koeien grazen er ...
De naam Kinholt wordt voor het eerst genoemd in 1511. Destijds was het een uitgestrekt, nat bos aan beide kanten van het Oude Diep. Het strekte zich uit van Echten tot aan de plek waar nu de Hoofdstraat van Hoogeveen ligt. Thans is er nog maar een klein deel van over. Boomklever op zoek naar insecten. Een kaart van het Kinholt, links is zuiden, rechts is noorden. Jaartal: 1628 (fotoarchief A. Metselaar) Het woord kine of kene betekent ‘geul’ en zou verwijzen naar de oude naam van het Oude Diep. We mogen gerust aannemen dat het bos zelf al vele eeuwen ouder is. De bomen werden echter regelmatig gekapt en voor allerlei doeleinden gebruikt. Daarom zul je in het bos geen bomen aantreffen die ouder zijn dan 200 jaar. Toch kunnen hier bomen groeien met eeuwenoude genetische afstamming. Op sommige plekken is de bodem onaangeroerd gebleven, iets wat in Nederland zeldzaam is. Toen ik in de archieven zocht naar bijzondere vondsten uit dit gebied, ontdekte ik dat hier in 1931 de ...
Omdat de auto naar de garage moest heb ik vanochtend de eerste echte struuntocht gelopen van 2014 van Hoogeveen naar Stuifzand. Onder een bijna voorjaarsachtige temperatuur van negen graden Celsius was het heerlijk wandelen van langs integrerende plekken vol met verrassende observaties. Als je op het station van Hoogeveen staat zie je aan de noordkant aan de andere kant van een brede sloot een verhoging begroeit met vooral eiken. Ik hoorde ooit dat dat daar een bunker zou liggen. Dat vroeg natuurlijk om nadere inspectie. Als ik naar boven klim zie ik tot mijn verrassing inderdaad iets van beton ingegraven in de heuvel. Het lijkt echter niet op een bunker maar meer op een fundering, maar waarvan? Naspeuren op internet blijkt het in eerste instantie afkomstig te zijn van luchtafweergeschut die de Duitsers in 1944 hebben geplaatst ter bescherming van spoor en station tegen aanvallen van geallieerde vliegtuigen. Maar klopt dat wel ? Op een topografische kaart ui...
Vele oudere beschavingen wisten het al; de zon is wellicht het meest magisch iets van wat er bestaat op aarde. Iedere dag hebben we weer een nieuwe kans om te genieten van dit hemels moment, als hij als een klein bolletje boven de horizon verschijnt. Maar ook vlak daarvoor, in het zogenaamde 'blauw uurtje' is het al dikwijls genieten geblazen in de natuur. Als even later de zon wat hoger staat en je hebt het geluk dat er grondmist hangt over de velden, dan is het helemaal een feestje om buiten te zijn. Dan richt ik mijn blik altijd naar beneden. De insecten en spinnewebben zijn nu op hun mooist en de beestjes kunnen nog niet bewegen, wat maakt dat ze van alle kanten zijn te fotograferen. Wat een zonsopkomst een extra dimensie geeft, is de rust die er dan nog heerst. Even geen mensen, de wind is vaak wat minder dan overdag en er zijn nog maar weinig storende geluiden te horen Ik krijg regelmatig de vraag wat de mooiste plek is om een zonsopkomst te zien in Drenthe. Ter ...
Het Roegwold was voor mij een onbekende naam, maar na vandaag zal ik het nooit meer vergeten. Midden in de provincie Groningen, van Kolham tot aan Steendam, is de de laatste jaren een prachtig nieuw natuurgebied ontstaan. Tijdens de graafwerkzaamheden stuitten de kraanmachinisten op boomstronken van dennen en eiken die meer dan vierduizend jaar in het veen verstopt zijn geweest. Ga je mee op zoek? Rond half acht kleurt de hemel licht roze en geel nabij de til over het afwateringskanaal ten zuidwesten van het Schildmeer. Ik ploeter 50 meter door het riet op zoek naar de eerste glimp van de opkomende zon. De Uiterburensloot richting Schildwolde. Een half uur later geeft de zon de wereld een compleet ander gezicht. Ik wrijf eens in mijn ogen. Rijdt daar nu een authentieke Gado-bus uit de jaren tachtig over de weg? De losstaande kerktoren van Schildwolde. Ik bevind me nu een paar meter hoger op een zandrug waar alle buurdor...
De gekraagde aardster is een soort die ik al poosje op mijn wensenlijstje heb staan. Zo bijzonder is tie niet meer, maar vanwege zijn uiterlijk spreekt ie toch wel tot de verbeelding. Ik moest er snel bij zijn want als het de komende week flink gaat vriezen, zal het snel gedaan zijn met zijn pracht. Vandaag had ik geluk. Hoe beter ik keek, hoe meer ik er vond. In totaal meer dan vijftig. De aardster is in het najaar als een bol zichtbaar. De bol knapt open en zes lippen krullen af naar beneden. Ze vallen ondanks hun grootte en afwijkende vorm, bijna niet op met hun bruine kleur tussen de eikenbladeren. Je hoeft niet dwars door het bos om ze te zoeken. Daar zal je ze wellicht niet eens vinden, ze staan langs het fietspad. Vroeger was dit een schelpenpad en langzamerhand is het kalk hieruit het grond in gespoeld . Dit zorgt voor een gunstige bodemhuishouding voor meer paddenstoelen en planten, die anders vooral langs de kust plaatsvinden. De li...
De winter 2024-2025 zal iedereen qua winterweer wellicht snel weer vergeten. Behalve dan de mensen die zich op woensdag 12 februari in de drie-provinciën-grensstreek van Drenthe-Groningen-Friesland bevonden. Een zeer langzaam rondtollende depressie, bovenin gevuld met koude en vochtige lucht, bevond zich boven Noord-Nederland en zorgde in deze omgeving voor urenlange matige sneeuwval die het verkeer op de A7 nabij Leek compleet tot stilstand deed komen. De sneeuwhoogte liep op van zo'n 10 centimeter rond Assen tot maar liefst 25 centimeter in Buitenpost! Voor mij was dat reden genoeg om de volgende ochtend de wekker vroeg te zetten. Een sneeuwexpeditie door het hoge noorden was het doel. Door lichamelijk ongemak was het deze keer hoofdzakelijk een driedaagse struuntocht in de auto, maar dat kon mijn sneeuwpret amper onderdrukken. Struun maar es een eindje mee. Roodborstje in de sneeuw De witte molen van Glimmen Huize Welgelegen, Glimmen....
Over en weer begint men de strijd. Als ze tegen de vijand oprukken, zakken onze voorste gelederen meteen langzaam weg in het stinkende dode moeras, waarin ze tenslotte door het gewicht van hun wapenuitrusting geheel wegzinken. Van verre met pijlen en speren en van dichtbij met het zwaard slachtten de Drentse onmensen hen af als vee. Door dit slechte begin werden onze mannen door zo’n vrees bevangen, dat heel dat ongelukkige leger, wijd en zijd over het moeras verspreid, tot zijn schande in grote paniek op de vlucht sloeg die hun de dood zou brengen. Het gevolg was dat velen, doordat ze zo hard liepen en door de buitensporige hitte van die dag, geen lucht meer konden krijgen en tallozen, treurig genoeg, smadelijk in die smerige modderpoel wegzakten. De slag bij Ane, 28 juli 1227. Misschien is deze veldslag voor de Drent nog magischer dan het verhaal van David en Goliath. Uit de boeken kennen we het wel zo ongeveer, maar wie weet waar deze historische veldslag werkelijk h...
Reacties
Een reactie posten
Benieuwd naar je reactie.