Natuurparadijs in de Haute-Marne.
Begin augustus 2014 waren we een week op vakantie in Foulain. Een klein dorpje in de Haute-Marne. Het bleek een prachtige omgeving te zijn waar het beekje de Moiron en al zijn zijstroompjes ontspringt en in de Marne stroomt. Hierbij een samenvatting van de verschillende struuntochten die ik hier in de omgeving maakte. Met veel diersoorten die in Nederland zeldzaam zijn maar hier volop aanwezig.
De meest bijzondere natuurbelevenis die ik hier meemaakte was wel de gewone bronlibel die druk bezig was om eitjes af te zetten. De bronlibel is een zeer grote libel (grootste van Nederland) en komt alleen maar voor bij zeer schone en zuurstofrijke beken. In het filmpje zie je dat de eitjes worden afgezet in een poeltje ontstaan door hoeven van koeien direct naast het beekje. Zodoende worden de eitjes niet direct stroomafwaarts meegenomen. Ze was zeker tien minuten bezig en trok zich helemaal niets van mij of mijn camera aan.
Er ook eens heen om te onthaasten of om een cursus te volgen? Kijk op http://www.centrelothlorien.com/
Vanuit de kano zag ik paartjes blauwe breedscheenjuffers. De eitjes worden direct in een tandem afgezet in het water van het stuwmeer. |
De keizersmantel, een prachtig grote vlindersoort die daar veelvuldig rondvliegt. Het is een warmte minnende soort die in Nederland alleen nog maar als zwerver voorkomt. |
De 'val de Moiron' Een waterval van wel twee meter hoog. Hierboven ligt een vijver en daarboven verschillende bronnen waar het water de wand uit spuit. |
Zijkant van het oranje zandoogje. |
Oranje zandoogje van boven. Het is een oud exemplaar, getuige zijn gehavende vleugels. |
Het groot dikkopje is te herkennen aan zijn haakje bovenaan zijn antenne. |
![]() |
Nog zo'n soort die in Limburg zijn meest Noordelijke grens kent. De kleine tanglibel. Het mannetje heeft een duidelijke 'tang' aan de achterkant van zijn lichaam zitten . |
Het bos is na een regenbui fotogeniek met een zon die nog net over de heuvelrug heen schijnt.. |
![]() |
Een erebia is een vlinderfamilie die vooral voorkomt in bergachtige streken. De ondersoorten lijken sterk op elkaar. Ik hou het op de boserebia. |
![]() |
De boserebia van boven. |
![]() |
Er sprongen honderden veldsprinkhanen rond in het gras. |
Op een ochtend werd ik door vrouwlief uit bed geroepen en snelde ik met een lege maag naar het stuwmeertje om de laatste mistflarden vast te leggen. |
Haren in de mist |
De koeien herkenden me schijnbaar al want ze bleven direct al mooi staan. |
Ook vlogen hier landkaartjes. Momenteel vliegt de generatie in zomerkleed. Een volstrekt andere tekening dan de voorjaarvlinders. De achterkant lijkt op een landkaart. |
Aan blauwtjes geen gebrek. Het is lastig om ze op naam te brengen. Ik hou het op een vrouwtje van het klaverblauwtje. |
Bovenkant van een vrouwtje klaverblauwtje. |
Het kastanjelaantje. |
Veel vlinders vond ik in dit dalletje dat als een paradijsje ligt ingesloten tussen de bomen. |
De zilveren maan, herkenbaar aan de twee donkere oogvlekken ter weerszijden van het lijf. |
De onderkant van de vleugels is prachtig |
Het prachtige blauw van het icarusblauwtje. |
Icarusblauwtje aan het drinken. Proost! |
Er ook eens heen om te onthaasten of om een cursus te volgen? Kijk op http://www.centrelothlorien.com/
Dat vrouwtje bronlibel is uniek! Mooi ook die parelmoervlincers. Groet, Hero.
BeantwoordenVerwijderen