Boommarter, beverrat en 15 soorten vlinders rondom Brenazet in Vernusse.
Link ophalen
Facebook
X
Pinterest
E-mail
Andere apps
-
Brenazet is een campinghoeve in de Auvergne. Een rustige streek in midden Frankrijk, waar het heerlijk toeven is. Zodra ik er was werd ik onrustig; ik wilde er op uit. Want wat was er veel natuur te zien rondom de hoeve. Ik telde maar liefst 15 verschillende soorten vlinders. Bijna iedere dag liep ik even een rondje, maar die eerste keer dat ik in 'het verborgen valleitje' midden in het bos kwam was niet meer te evenaren. Het leek wel of de dieren hier nog nooit een mens hadden gezien en vele vlinders, juffers als ook een familie beverraten en zelfs een boommarter liepen hier een paar meter voor mijn voeten rond te scharrelen.
Op het erf bij de boerderij zag ik direct al een vlinder die me in vervoering bracht. Een kolibrievlinder zat boven mij in de vlinderstruik, te smullen van het nectar. Ik maak verschillende foto's van deze overdag vliegende nachtvlinder, die ik heb bewerkt in bovenstaande samengestelde foto.
Dit was wat mij betreft de mooiste. ">Zijn, in de vlucht gebogen lange tong verdwijnt, iedere keer heel snel even in de bloem terwijl de vlinder heel snel met zijn vleugels slaand vlak voor de bloem blijft zweven. Hoewel deze warmte minnende soort door de klimaatverandering ook steeds vaker is Nederland is te zien, geeft deze vlinder me direct het 'Frankrijk-gevoel'. :-)
De eigenaar wijst me trots op hun steenuiltje die hoog op een balk tegen de boerderij aan,me aan zit te staren. Het lijkt zo ingezoomd heel wat, maar deze kleine uilensoort is maar zo groot als een, hele brede, merel. Hij eet heel gevarieerd insecten, wormen, kikkers en muizen en vliegt ook overdag. Helaas werd het hem, of haar, wellicht te druk onder de voeten want ik zie hem de hele week niet meer.
's Ochtends vroeg wordt ik gewekt door rode gloed. Ons uitzicht vanuit de pipowagen is, zoals je ziet, fantastisch en even later begeef ik me op pad voor een onvergetelijke wandeling.
Langs het pad achter de boerderij vliegen verschillende dambordjes.
Vooral de onderkant van de vleugels is mooi en kenmerkend.
Een paar dagen later gaat er een poseren en kan ik een van de onderkant goed bekijken. In Nederland komt deze vlinder, behalve een enkele zwerver in zuid-Limburg, helaas niet voor. Warme, schrale droge graslanden houden ze van en die zijn schaars te vinden in ons koude kikkerlandje.
Ik zoek op de bramen naast een watertje tevergeefs naar boomkikkers maar zie wel een parelmoervlinder voorbij fladderen.
Ik dacht eerst aan een keizersmantel maar aan de achterkant van de vleugels te zien lijkt het me de braamparelmoervlinder maar ik laat me graag verbeteren.
De grote keizersmantel vliegt volop in het eerder genoemde beschutte valleitje. Hier is er een samen met een dikkopje en een bij op een distel.
Meestal zaten ze in de metershoge bramenstruwelen langs de rand van de weilanden.
Bij het beekje zijn het vooral de grote hoeveelheid bosbeekjuffers die mijn aandacht opeisen. Deze grote juffer soort waarvan de mannen donkere vleugels hebben laten zich altijd graag vastleggen.
Je kan ze met de lens bijna aanraken en deze zwaait zelfs even naar me.
De bosbeekjuffer verschilt van de weidebeekjuffer, die ook veel in Nederland vliegt, doordat die zijn vleugels aan de onder en bovenkant doorzichtig heeft.
Totdat ik zie dat de mannetjes aan de onderkant toch echt doorzichtige vleugels hebben. In de literatuur lees ik dat dit de zuidelijke variant is van de bosbeekjuffer.
De vrouwtjes zijn wat rustiger dan de mannen, hebben half doorschijnende vleugels en beschouwd alles vanaf een mooie hoge plek in de bosjes.
Ik ben zo druk bezig met te kijken op de vierkante millimeter dat ik niet eens opmerk dat een boommarter me benaderd tot op een tiental meters, Als ik wat geritsel hoor en hem ziet scharrelen lijkt het wel of ik niet besta. Zou het een jong exemplaar zijn die nog nooit een mens heeft gezien? Onderaan deze blog een verzamelfilmpje met o.a. deze prachtige klimmer die, zoals je ziet, ook op de grond rondscharrelt op zoek naar voedsel.
Ik loop heel langzaam verder en nog geen dertig meter verderop valt mijn mond nogmaals open van verbazing als een grote beverrat, met twee jongen, vlak voor me de wal opklimt. Ook nu lijk ik niet te bestaan terwijl ik toch op nog geen vijf meter afstand sta! Zou de hof van Eden hier zijn ? vraag ik me met een brede smile op mijn gezicht af.
Zo snel er eentje de grens naar Nederland oversteekt, wordt deze grote planteneter bestreden, vanwege zijn mogelijke ondergraving van dijken. Hij komt oorspronkelijk hier ook helemaal niet voor maar is, vanwege zijn bont, uit zuid-Amerika ingevoerd.
Het feest der zeldzame dieren is nog niet ter einde . In de Eifel rende ik hier een half uur tevergeefs achteraan; het groot geaderd witje. Hier zitten ze gewoon op de distels, die van de boer hier gelukkig gewoon mogen groeien.
Ze zijn groot en zo mooi dat ze zo uit een vlinderkas lijken te zijn ontsnapt.
Een paar dagen later zie ik er nog een bovenop het koninginnenkruid
Nabij een brongebied zie ik een flink gehavende argusvlinder. Een soort die in Nederland zeer sterk is achteruit gegaan en ik ook nog nooit heb gezien.
Een bekendere soort is de gehakkelde aurelia.
Deze vlinder is goed te herkennen aan zijn kleur en aan zijn gehakkeld uiterlijk.
Bruin zandoogje.
Icarusblauwtje met een hapje eruit waardoor je de ander vleugel er door heen ziet..
Een kleine ijsvogelvlinder aan het einde van zijn leven. Er lijkt wel een flinke hap uit zijn vleugel gegeten te zijn.
Van onderen bekeken is er niets meer van de prachtige kleuren te zien.
Een kleine vuurvlinder is nog wel puntgaaf.
Kleine vuurvlinder van opzij.
De hoeveelheid insecten is hier vele malen groter dan op de meeste plekken in Nederland, waar steeds meer klein leven lijkt te verdwijnen door een overdaad aan insecticiden. Het zoemt hier overal en ook de koeien zitten er onder. De spreeuwen helpen gelukkig graag een snavel.
De koeien vormen een mooi decor voor een zonsondergang.
Op de bloemrijke weilanden vliegt ook van alles rond.
De koeien kijken verbaast op wie daar in hun biotoop loopt en lijken me bijna uit te lachen.
Een paar jaar geleden hadden we tot in Drenthe een invasie van de oranje luzernevlinder. Ook dit vlindertje fladderde over de weilanden.
Ik schrik niet zo snel, maar toen er een groot 'íets' aan kwam vliegen en opeens met een bocht naar links, op mijn buik landde, schrok ik toch wel even. Het bleek een prachtige, reusachtige, sabelsprinkhaan te zijn.In het avondlicht poserend op een hooibaal komt zijn schoonheid helemaal tot zijn recht .
'Bart! Als je mooie foto's wil maken moet je er nu uitkomen.' 'Ok dan,' mompel ik en hijs mezelf moeizaam uit onze slaapcabine naar buiten. Een glimp naar buiten verraad inderdaad mooie mistflarden over de weilanden. Een blik op de klok leert dat het al te laat is voor een zonsopkomstfoto. Half zeven. Slaapdronken en met begeleiding toch snel een rugtasje gevuld en daarna nog net wat aardige foto's kunnen maken in een urenlange wandeling.
Wat een vreedzame omgeving is het hier toch.
Mist in de ochtendzon maakt alles mooi zeg ik vaak.
Een oranje zandoogje warmt zich op. Deze vlinder heb ik in deze vakantie in totaal honderden keren gezien.
Ik zie opvallend weinig reeën deze week. Steeds verder dwaal ik over wegen en door bossen verder weg.
Doordat ik helemaal verkeerd loop, besluit ik maar over een asfaltweg zo'n 8 kilometer terug te lopen. Midden op de weg wamt het vrouwtje van het vliegend hert zich op. Ik zet haar voorzichtig in de berm. Wat een grote kever is het en ik ben blij dat ik weer een wenssoort heb mogen aanschouwen.
Het was, op een dag na, heerlijk warm weer. De regendag werd 's ochtends vooraf gegaan door een aanzet tot een zelden voorkomend wolkentype, de Undulatus Asperitas.
Hieronder dan nog het beloofde filmpje van o.a. de boommarter, de beverratten en een wild zwijn:
Ik ben heel erg onder de indruk wat jj allemaal hebt gezien en hebt kunnen vastleggen in een week dat je hier op Brénazet was. Prachtig!!! Dank je wel!
In de laatste week van april 2017 was het nu niet bepaald vakantieweer. Bijna iedere nacht dook de temperatuur onder nul en 's middags stortte menig hagel en sneeuwbui zich uit over onze hoofden. Tussen de buien door scheen heerlijk de zon en met een warme muts, twee jassen en bijgestelde verwachtingen, was het in Bad Bentheim prima vol te houden. Er was genoeg te ontdekken want, behalve de eeuwenoude bomen, zijn hier ook in grote aantallen bosplanten te zien die in Nederland maar weinig voorkomen. Het oerbos van Bad Bentheim wordt doorsneden door meanderende bosbeekjes. Op de oevers zijn vele sporen van wilde zwijnen, edelherten en reeën te zien. In dit bos mogen al heel lang dode bomen gewoon blijven staan. Het is een prachtig gezicht waarin oud zich mooi aftekend tegen het fris groene van de jonge bomen. Langs een pad is het net wat lichter en ontdek ik het maarts viooltje, die het het ook in april nog prima doet. Is de naam violet afgeleid...
Het meest bijzondere weerverschijnsel is wat mij betreft absoluut een windhoos. Dit is dan helemaal te danken aan het feit dat op 14 juli 1975 een windhoos pal over ons huis trok. Ik was toen zeven jaar. Het was die dag, zoals zo vaak bij zware windhozen het geval is, broeierig warm. In het begin van de avond kwam er volgens mijn moeder opeens een heel rare geelgroene lucht uit het westen opzetten en de wolken gingen op een zeer vreemde manier door elkaar bewegen. Wat ik mij nog herinner is zeer veel lawaai en met het hele gezin in het halletje tussen twee muren in schuilen voor al het vensterglas wat door allerlei dakpannen van de buren kapot knalde. Mijn vader ging even kijken in onze (vrij grote boerderij-achtige) schuur en zei dat het hele dak tientallen centimeters op en neer ging. Na afloop naar buiten gegaan en door het dorp heen gelopen. Het was een enorme ravage met enorm veel afgewaaide dakpannen. Complete boerderijschuren gingen tegen de vlakte Naar la...
Waar tot in de jaren ’50 boer, burger en dier nog redelijk in harmonie samenleefden, botsen de belangen tegenwoordig steeds vaker. We wonen met veel op weinig ruimte, en we willen steeds meer. De natuur wordt op veel plekken ingeperkt, overvoerd met meststoffen en vergiftigd – en raakt op allerlei manieren in de knel. Brandnetels, bramen, mais en raaigras tieren ondertussen welig. Om soorten te beschermen werden regels opgesteld. Maar boer en burger voelden zich daardoor vaak juist zelf beperkt in hun ruimte en groei. Ook zij kwamen in de knel. Boosheid en frustratie groeiden, en het debat werd steeds stekeliger – als bramenstruiken in een overwoekerd veld. Het lijkt soms wel een slecht sprookje, zonder helden, waarin trollen het script zijn gaan schrijven. En ze leefden nog kort en ongelukkig. Maar kan het ook anders? Jazeker. Rondom mijn woonplaats Stuifzand, op de grens van zand en veen, zie ik tijdens mijn omzwervingen een waardevol, kleinschalig cultuurlandschap. Koeien grazen er ...
De maand september 2016 begint op weergebied steeds meer bijzonder geworden. Ook vandaag tikte de thermometer in Drenthe weer bijna de tropische waarde van dertig graden Celsius aan. Dit heeft direct zijn weerslag op de natuur. De vinders en libellen vliegen nog volop. Ik had geluk en maakte precies een foto op het moment dat de heidelibel ging zitten. Nou ja, geluk. Ik was al minutenlang bezig om van alle kanten dit vrouwtje van de bruinrode heidelibel te bekijken en vast te leggen. Ze kwam na korte vluchten telkens weer terug naar haar favoriete tak. Met tegenlicht zie je mooie de aders in de vleugels . Op de grond zie ik een poepje van een das. Vol met pitten van de Amerikaanse vogelkers, Normaal graaft de das een mestputje waar hij keurig zijn behoefte in doet, maar soms kom je ze ook zo tegen. De das is een echte opportunist en eet wat hem voor de snuit komt. De bessen van de Amerikaanse vogelkers zijn niet alleen bij de das gewild. Er...
Vanuit camping Diever ondernam ik in de eerste weken van mei 2015 verschillende tochtjes in het Drents -Friese Wold. Het is een nationaal park van ruim 6000 hectare bos, heide, vennen, beekdalen en zandverstuivingen. Hieronder een selectie van foto's van dit gevarieerd gebied. Het stuifzandgebied van het Aeckingerzand, ook wel 'de kale duinen' genoemd, is het grootste levend stuifzandgebied van Noord Nederland. .Het is een grote zandbak met prachtige vergezichten We beklommen natuurlijk ook de uitkijktoren. Hiervandaan heb je een mooi uitzicht over het gebied. We zagen tientallen kleine vuurvlinders. Alinda vond een mooie schapenkrapboom. Het is altijd een genot om een groentje te ontdekken. Hier op kraaiheide. De vliegdennen vormen reeds nieuwe dennenappels. De grove den is tweeslachtig. De dennenappels zijn het onderdeel van het vrouwelijk geslachtsorgaan.Hieruit groeien uiteindelijk de zaadjes. Het mannelijk ...
Bij paddenstoelen denken de meeste mensen aan de herfst én aan bossen. De hele wereld is echter vergeven van schimmels en vormen een onmisbare schakel in de natuur. Zelfs op de schrale zandgronden kan je paddenstoelen vinden, vooral op de afgegraven natuurontwikkelsterreine zijn binnen een paar jaar soms hele zeldzame pioniersoorten te vinden. Dikwijls zien ze er bescheiden uit maar de schoonheid en variatie is fantastisch. Een paar jaar verder zijn de heide, grassen en andere planten zo groot geworden dat deze paddenstoelen weer verdwijnen. In ongeroerde schrale weilanden groeien dan weer heel andere soorten. De wasplaten die je hier soms kan vinden worden tot de orchideeën onder de paddenstoelen gerekend. Overigens heb ik de meeste soorten gevonden met behulp van enkele paddenstoelenkenners. Daarvoor mijn grote dank! De zandaardtong is een klein paddenstoeltje maar rechts is een nog kleinere soort waar we lang naar hebben gezocht. De gesteeld veenknoopje. ...
Verstopt tussen Siberië en Stuifzand liggen de 'wijken van Eleveld'. Één van de zeer weinige plekken in Nederland waar gegraven veenwijken omzoomd worden door bos. Je komt als je hier loopt bijna nooit iemand tegen terwijl het toch een bijzonder gebied is. Er loopt een wandelroute doorheen die is aangegeven met paaltjes. Zoals de naam al aangeeft was het een veengebied dat eigenaar was van dhr. Eleveld. Een vermogende voorvader van Magreet Morret , de huidige eigenaar. Het is het meest noordwestelijke deel van het veengebied van Hoogeveen. De wijken eindigen hier aan het einde van het bos. Zoals te zien op onderstaande kaart van1900 was bijna het hele gebied rondom nog bos. Donkere wolken maken plaats voor de zon 'Cristian' de storm van 28 oktober 2013 heeft zijn sporen achtergelaten Prachtige lanen doorkruisen het gebied maar lopen soms zomaar dood. Weilanden afgewisseld met singels en bos. Typisch voor dit gebied Kamperfoeli...
Omdat de auto naar de garage moest heb ik vanochtend de eerste echte struuntocht gelopen van 2014 van Hoogeveen naar Stuifzand. Onder een bijna voorjaarsachtige temperatuur van negen graden Celsius was het heerlijk wandelen van langs integrerende plekken vol met verrassende observaties. Als je op het station van Hoogeveen staat zie je aan de noordkant aan de andere kant van een brede sloot een verhoging begroeit met vooral eiken. Ik hoorde ooit dat dat daar een bunker zou liggen. Dat vroeg natuurlijk om nadere inspectie. Als ik naar boven klim zie ik tot mijn verrassing inderdaad iets van beton ingegraven in de heuvel. Het lijkt echter niet op een bunker maar meer op een fundering, maar waarvan? Naspeuren op internet blijkt het in eerste instantie afkomstig te zijn van luchtafweergeschut die de Duitsers in 1944 hebben geplaatst ter bescherming van spoor en station tegen aanvallen van geallieerde vliegtuigen. Maar klopt dat wel ? Op een topografische kaart ui...
De naam Kinholt wordt voor het eerst genoemd in 1511. Destijds was het een uitgestrekt, nat bos aan beide kanten van het Oude Diep. Het strekte zich uit van Echten tot aan de plek waar nu de Hoofdstraat van Hoogeveen ligt. Thans is er nog maar een klein deel van over. Boomklever op zoek naar insecten. Een kaart van het Kinholt, links is zuiden, rechts is noorden. Jaartal: 1628 (fotoarchief A. Metselaar) Het woord kine of kene betekent ‘geul’ en zou verwijzen naar de oude naam van het Oude Diep. We mogen gerust aannemen dat het bos zelf al vele eeuwen ouder is. De bomen werden echter regelmatig gekapt en voor allerlei doeleinden gebruikt. Daarom zul je in het bos geen bomen aantreffen die ouder zijn dan 200 jaar. Toch kunnen hier bomen groeien met eeuwenoude genetische afstamming. Op sommige plekken is de bodem onaangeroerd gebleven, iets wat in Nederland zeldzaam is. Toen ik in de archieven zocht naar bijzondere vondsten uit dit gebied, ontdekte ik dat hier in 1931 de ...
Met buiten zo'n 10 graden en een prachtige blauwe lucht ging ik vandaag aan de struun langs de Reest. De harde zuidwester had ik grotendeels in de rug dus het liep heerlijk. Het uiterste zuiden van Drenthe doet heel anders aan dan de rest van de provincie. Natuur en cultuur gaan hier hand in hand. Een nog ongerepte beek stroomt hier langs vele met bos begroeide zandduinen en essen. De hooggelegen bossen zijn overdag een toevluchtsoord voor vele zoogdieren zoals de ree en das. De beekdal graslanden zijn het domein van de ooievaar, die hier in grote getale voorkomen. Schiphorst. Deze streek staat bekend om zijn herenhuizen, natuurlijk met een statige beuk. Een rode beuk gaf aan dat je de eigenaar was. Een groene beuk gaf aan dat je het huis pachtte. De reeën in dit bos zijn duidelijk wandelende mensen gewend. Ze blijven stokstijf staan en gokken erop dat je ze niet ziet. Helaas voor deze sprong reeën zag ik ze wel en kon een mooi plaatje maken. Ze...
Ik ben heel erg onder de indruk wat jj allemaal hebt gezien en hebt kunnen vastleggen in een week dat je hier op Brénazet was. Prachtig!!! Dank je wel!
BeantwoordenVerwijderen