Vanuit camping Diever ondernam ik in de eerste weken van mei 2015 verschillende tochtjes in het Drents -Friese Wold. Het is een nationaal park van ruim 6000 hectare bos, heide, vennen, beekdalen en zandverstuivingen. Hieronder een selectie van foto's van dit gevarieerd gebied.
Het stuifzandgebied van het Aeckingerzand, ook wel 'de kale duinen' genoemd, is het grootste levend stuifzandgebied van Noord Nederland. .Het is een grote zandbak met prachtige vergezichten
We beklommen natuurlijk ook de uitkijktoren.
Hiervandaan heb je een mooi uitzicht over het gebied.
We zagen tientallen kleine vuurvlinders.
Alinda vond een mooie schapenkrapboom.
Het is altijd een genot om een groentje te ontdekken. Hier op kraaiheide.
De vliegdennen vormen reeds nieuwe dennenappels. De grove den is tweeslachtig. De dennenappels zijn het onderdeel van het vrouwelijk geslachtsorgaan.Hieruit groeien uiteindelijk de zaadjes.
Het mannelijk geslacht is weer eens duidelijk herkenbaar aanwezig.
Er zingen vele veldleeuweriken en veldpiepers op de heide. Ze lijken sterk op elkaar als ze op de grond zitten. Omdat ik op een andere foto duidelijk een kuifje zie, hou ik het op een veldleeuwerik.
Aan de zuidelijke rand van het stuifzandgebied ligt de grenspoel. De grens tussen Friesland en Drenthe loopt hier dwars doorheen. De grenspaaltjes staan nog steeds in het veld.
Alinda ontdekt op de oever honderden zonnedauw plantjes. Deze vleeseter heeft beet. Een vliegje raakte verstrikt in de kleverige tentakels van deze verleider. Even later ontdekt ze poepjes waarvan ze eerst denkt dat ze van de vos zijn maar ik herken er ganzenpoep in.
En jawel hoor, behalve een paar geoorde futen en wat kuifeend en wilde eenden, zien we een paartje grauwe ganzen met een stuk of twintig, inmiddels al behoorlijk volgroeide, jongen.
Vlak bij Diever ligt een kleinere zandvlakte, 'De witte bergen'. Het is een gewilde locatie voor paardenliefhebbers om doorheen te banjeren. De mestkevers weten dat maar al te goed. Of hun gepantserde harnas sterk genoeg is voor een paardenhoef? Ze doen me altijd aan ridders uit vervlogen tijden denken.
's Avonds ontdekt Nina, in het toiletgebouw van de camping, een waardige tegenstander voor de gladiatorenstrijd der kevers; de meikever lijkt helemaal klaar voor de strijd.
Voor mij heeft ie, zonder de strijd aan te gaan, met glans gewonnen. De meikever is, zolang ik het vliegend hert nog niet zelf heb gezien, de mooiste kever die ik heb gezien. Monsterlijk mooi. Overdag verschuilen ze zich in de bomen maar tegen de avond worden ze actief.
In mei komen opeens heel veel vlinders tevoorschijn. Hier het boomblauwtje. Als je ze ziet vliegen, zijn het helderblauwe vlinders,maar zo snel ze gaan zitten zie je de onopvallende achterkant van de vleugels
Mijn favoriete struunplek is toch wel 'De Hoekenbrink'. Een klein heidegebied omgeven door donkere sparrenbossen. Je kan hier urenlang rondstruinen en van alles ontdekken. Meestal ontdekken dieren je echter eerder dan jij hun. Het geluid van zacht krakende bladeren op de heide, verraad vaak een wegschietende levendbarende hagedis. Als je de moeite neemt om vijf minuten lang doodstil te blijven staan, komt ie meestal wel weer tevoorschijn en kijkt hij je, met één oog, nieuwsgierig aan.
Bij de ingang van 'De Hoekenbrink' aan de bowsweg zie je direct deze karakteristieke eik van meer dan 200 jaar oud.
De viervlek is de meest voorkomende grote libel van Nederland en gemakkelijk te herkennen aan zijn twee zwarte vlekken in iedere vleugel.
Op een warme dag zie ik mijn eerste hooibeestje van dit jaar vliegen. Laat ik nu later op de middag nu net zien dat de boeren bezig zijn met hun eerste snede gras te maaien. :-)
Ik zie in de verte een zwarte beer door het hoge gras lopen. Bij nader inzien blijkt het een koe te zijn. Twee Dexter koeien proberen het gras kort te houden maar het groeit ze allemaal een beetje boven het hoofd.
Witsnuitlibellen houden van vennen met veenmos die zijn omgeven door bos. Je hebt twee soorten die hier vliegen, de venwitsnuitlibel en de noordse witsnuitlibel. De vrouwtjes lijken sterk op elkaar maar volgens de experts is dit de noordse.
Ik loop over een schapenpaadje op een hogere zandrug tussen twee vennen door. Naast me zie ik hoge heidestruiken met, parallel aan elkaar, verschillende laagtes er tussen. Het doet me sterk denken aan karrensporen een een lang vervlogen tijd.
Op bevrijdingsdag komt er, rond de middag, opeens ander weer in aantocht.
Er zijn zelfs mammatuswolken te zien wat duit op hoge onstabiliteit en kans op zeer zware buien.
Ik maak nog een laatste plaatje in de richting van waar ik heen moet. Onderweg wordt ik getroffen door een korte regenbui en als ik nog maar net op de camping ben barst de hemel open en valt er een stevige hagelbui.
Voor wat meer bijzonderheden moet ik bij de kleine bosvennen zijn in de bossen van Boschoord. Hier heb ik kans op hazelworm, ringslang en adder. Behoedzaam loop ik rondom de met veenmos dichtgegroeide ven. Twee ringslangen schieten weg..
Het zeldzame lavendelheide voelt zich juist hier prima thuis en bloeit momenteel.
Eindelijk heb ik ook dit jaar een foto van de smaragdlibel kunnen maken. Het is één van de eerste grote libellensoorten die vliegen.
Rondom de ganzenpoel is het goed vertoeven.
Het lijkt of deze rups van de kleine hagenheld zweeft in de lucht. Hij zat aan de bovenkant van een pijpenstrootje.
Deze witsnuitlibel is met één vleugel in een web gevlogen. Ik heb hem bevrijd maar op drie vleugels stortte hij na drie meter alweer neer.
In een plasje langs de kant van de weg zie ik een kikker wegspringen. Ik buk en zie nog veel meer beweging in het plasje. Wat zijn dat nu voor kleine monstertjes vraag ik me hardop af? Ik maak er een filmpje van:
Het zijn kokerjuffers. De larven van schietmotten die zich camoufleren en beschermen door omhulsels. De poten steken er vernuftig doorheen.
De maand september 2016 begint op weergebied steeds meer bijzonder geworden. Ook vandaag tikte de thermometer in Drenthe weer bijna de tropische waarde van dertig graden Celsius aan. Dit heeft direct zijn weerslag op de natuur. De vinders en libellen vliegen nog volop. Ik had geluk en maakte precies een foto op het moment dat de heidelibel ging zitten. Nou ja, geluk. Ik was al minutenlang bezig om van alle kanten dit vrouwtje van de bruinrode heidelibel te bekijken en vast te leggen. Ze kwam na korte vluchten telkens weer terug naar haar favoriete tak. Met tegenlicht zie je mooie de aders in de vleugels . Op de grond zie ik een poepje van een das. Vol met pitten van de Amerikaanse vogelkers, Normaal graaft de das een mestputje waar hij keurig zijn behoefte in doet, maar soms kom je ze ook zo tegen. De das is een echte opportunist en eet wat hem voor de snuit komt. De bessen van de Amerikaanse vogelkers zijn niet alleen bij de das gewild. Er...
In de laatste week van april 2017 was het nu niet bepaald vakantieweer. Bijna iedere nacht dook de temperatuur onder nul en 's middags stortte menig hagel en sneeuwbui zich uit over onze hoofden. Tussen de buien door scheen heerlijk de zon en met een warme muts, twee jassen en bijgestelde verwachtingen, was het in Bad Bentheim prima vol te houden. Er was genoeg te ontdekken want, behalve de eeuwenoude bomen, zijn hier ook in grote aantallen bosplanten te zien die in Nederland maar weinig voorkomen. Het oerbos van Bad Bentheim wordt doorsneden door meanderende bosbeekjes. Op de oevers zijn vele sporen van wilde zwijnen, edelherten en reeën te zien. In dit bos mogen al heel lang dode bomen gewoon blijven staan. Het is een prachtig gezicht waarin oud zich mooi aftekend tegen het fris groene van de jonge bomen. Langs een pad is het net wat lichter en ontdek ik het maarts viooltje, die het het ook in april nog prima doet. Is de naam violet afgeleid...
Het meest bijzondere weerverschijnsel is wat mij betreft absoluut een windhoos. Dit is dan helemaal te danken aan het feit dat op 14 juli 1975 een windhoos pal over ons huis trok. Ik was toen zeven jaar. Het was die dag, zoals zo vaak bij zware windhozen het geval is, broeierig warm. In het begin van de avond kwam er volgens mijn moeder opeens een heel rare geelgroene lucht uit het westen opzetten en de wolken gingen op een zeer vreemde manier door elkaar bewegen. Wat ik mij nog herinner is zeer veel lawaai en met het hele gezin in het halletje tussen twee muren in schuilen voor al het vensterglas wat door allerlei dakpannen van de buren kapot knalde. Mijn vader ging even kijken in onze (vrij grote boerderij-achtige) schuur en zei dat het hele dak tientallen centimeters op en neer ging. Na afloop naar buiten gegaan en door het dorp heen gelopen. Het was een enorme ravage met enorm veel afgewaaide dakpannen. Complete boerderijschuren gingen tegen de vlakte Naar la...
De Regge is een beekje die bij Ommen in de Vecht uitstroomt. Een paar kilometer eerder schuurt een oude meander van de beek langs Besthemerberg, gelegen in de stuwwal van Ommen. Er is een voor Noord-Nederlandse begrippen, zeer hoge oeverwal ontstaan. 'De steile oever' De Beneden-Regge is de laatste jaren weer in zijn oude staat van een kronkelend beek teruggebracht en heeft weer alle ruimte om buiten zijn oevers te treden. Het heeft de afgelopen dagen flink geregend en het lijkt opeens een brede rivier. I n het rivierenlandschap loopt een enkele paard. De herfstkleuren zijn nog net zichtbaar en ik geniet met volle teugen van een uurtje zon. Naast de beek ontvouwd zich een alleraardigst coulissen landschap met oude eiken, oude boomwallen en kleine weilanden. Twee paarden genieten net als ik van het zonnetje en racen door het gras. Nu de bladeren bijna allemaal van de bomen zijn afgewaaid komen de opvallend gekleurde vruchtjes ...
Ik kom regelmatig in de boerenveense plassen. Ik ontdek telkens weer nieuwe planten en dieren en het blijft een prachtig gebied om doorheen te strunen. Een dagactieve nachtvlinder. De zuringspanner. Normaal zie je meerder rode banen. Deze heeft er maar 1. De eerste klokjesgentiaan van dit jaar. Er ontdek er nog maar 1. De welriekende nachtorchis doet het hier stukken beter. Ik tel er minimaal honderd. De meeste zijn alweer bijna uitgebloeid De opvallende geelzwarte rupsen van de sint jacobsvlinder worden zebrarupsen genoemd . Ze doen zich massaal te goed aan het giftige jakobskruiskruid en wordt hierdoor zelf ook giftig. Dé vlinder van dit moment is het bruin zandoogje. Ik zie er vanavond wel 50 vliegen. Het dopheide bloeit nu op haar mooist. Een zwarte heidelibel, een kleine soort libel. Het mannetje is geheel zwart maar het vrouwtje hoofdzakelijk geel met in vergelijking met de andere heidelibels...
Waar tot in de jaren ’50 boer, burger en dier nog redelijk in harmonie samenleefden, botsen de belangen tegenwoordig steeds vaker. We wonen met veel op weinig ruimte, en we willen steeds meer. De natuur wordt op veel plekken ingeperkt, overvoerd met meststoffen en vergiftigd – en raakt op allerlei manieren in de knel. Brandnetels, bramen, mais en raaigras tieren ondertussen welig. Om soorten te beschermen werden regels opgesteld. Maar boer en burger voelden zich daardoor vaak juist zelf beperkt in hun ruimte en groei. Ook zij kwamen in de knel. Boosheid en frustratie groeiden, en het debat werd steeds stekeliger – als bramenstruiken in een overwoekerd veld. Het lijkt soms wel een slecht sprookje, zonder helden, waarin trollen het script zijn gaan schrijven. En ze leefden nog kort en ongelukkig. Maar kan het ook anders? Jazeker. Rondom mijn woonplaats Stuifzand, op de grens van zand en veen, zie ik tijdens mijn omzwervingen een waardevol, kleinschalig cultuurlandschap. Koeien grazen er ...
Het Fochteloërveen is dé kraanvogelplek van Nederland. Sinds 2001 wordt hier succesvol gebroed en in zachte winters zijn ze hier het hele jaar door te zien. Het was vandaag mijn wens om ze te spotten en als dat ook nog eens lukt dan is dat natuurlijk wel een mazzeltje. Er trekken nog wat buien over terwijl ik droog in de vogelkijkhut zit. Behalve heel veel wilde eenden is er niet zoveel te zien. Ze zijn zich massaal aan het poetsen. Op het moment dat ik afdruk gaat deze woerd luid kwakend zijn vleugels uitspreiden. Het hoogveen droogde uit en daarom is rondom het gebied een bufferzone aangelegd. In dit gebied zie ik bomen met gele takken staan. Het zijn korstmossen die op de takken groeien. De laatste buien zijn weggetrokken en het levert mooie plaatjes op. Ik ga naar mijn laatste stop. De uitkijktoren nabij Ravenswoud. In de toren heb je een magnifiek uitzicht over de uitgestrekte vlakte en twee vogelaars vertellen me alles over...
De plaats Hoogeveen weten de meeste mensen wel te liggen maar waar die naam nu precies vandaag komt weet de gemiddelde Nederlander niet. Hoogveen lijkt ook iets van lang vergeten dagen. Toen Nederland nog nederig was. Bijna al het veen is afgegraven en in de turfkachel beland. Op wat er nog over is zijn we heel zuinig geworden. Het hypocriete is dat momenteel nog steeds veel veen wordt afgegraven in bijvoorbeeld Estland ten behoeve van onze tuinaarde. Hieronder een beeldverslag van hoe dat turf nu ontstaat en wat op het hoogveen groeit. De planten die groeien op een zwevend pakket bovenop het water noemen we levend hoogveen. Je mag de plantjes nederig noemen in hun voedselopname maar groots in hun aanpassingsvermogen. Er zijn nog maar een paar plaatsen in Nederland waar levend hoogveen is te vinden. Het Bargerveen en het Fochteloërveen zijn het meest bekend maar in verschillende kleine vennen in Drenthe zijn nog kleine stukjes te vinden. Voor een natuurliefhebber zijn...
Tussen het paaseieren zoeken en de verwachte regen en visite van vanmiddag moest ik er nog even op uit. Omdat ik er al jaren niet was geweest, besloot maar eens weer naar de Hooge Stoep te gaan. Een heidegebied in boswachterij Gees. Ik ben nog geen 5 ,minuten aan het lopen als er vlak voor me een mooi klein vogeltje in een klein boompje gaat zitten. Het is volgens mij het vrouwtje van de roodborsttapuit. De hoge stoep is een gevarieerd heideterrein. In deze omgeving kan je zowel de ringslang, de adder als ook de gladde slang tegenkomen. Vanwege de lage temperatuur en een zon die al snel achter de wolken schuift is de kans dat ik die zie vandaag wel heel erg klein. Tussen de heide staat op de meer kale plekken verschillende soorten mossen en korstmos. Van dichtbij is het rood bekermos een echte blikvanger. Ze zijn nog maar twee weken in het land en nu al slepen de roodborsttapuiten ze al met nestmateriaal. Het mannetje ro...
Het Nolderveld was tot bijna halverwege de twintigste eeuw een groot heidegebied ten westen van de esdorpen Nolde en Linde. Tegenwoordig is de meeste heide ontgonnen en resten er nog slechts enkele kleine stukken heide en verschillende bosjes. Kaart 1940 Het is een gebied dat geologische en archeologisch interessant is. Vanmiddag liep ik daarom samen met mijn 'Red Arrow' archeovrienden dwars over de akkers op zoek naar sporen uit een ver verleden. Er was weer veel te zien, ontdekken en te verwonderen. Op de hoogtekaart is mooi te zien hoe de stuwwal van Zuidwolde net even onder Nolde eindigt. (Hoe geler hoe hoger) De stuwwal is ontstaan door een gigantische ijsmassa in de voorlaatste ijstijd die als een bulldozer het land heeft opgestuwd. Door opwarming van het klimaat ging deze 'gletsjer' precies in dit gebied niet verder zuidwaarts. De ijsmassa smolt langzaam weg en begon aan de onderkant smeltwater af te voeren en stroomde ten zuiden v...
Reacties
Een reactie posten
Benieuwd naar je reactie.