Ontmoetingen langs het nieuwe Oude Diepje.

Het Oude Diepje was een honderd jaar geleden vermaard om o.a. haar vele orchideeën en prachtige natuur. Tot in de jaren 50 van de vorige eeuw 'de vooruitgang' ervoor zorgde dat het beekje werd rechtgetrokken en er eigenlijk niet meer dan een brede sloot overbleef.
Gelukkig is de mens een beetje tot inkeer gekomen, tenminste op dit punt en wordt stukje bij stukje het Oude Diepje weer omgetoverd tot een meanderende beek. Het doet me altijd goed om te zien hoe snel de natuur weer terug komt maar van vele zeldzame soorten hebben we helaas afscheid moeten nemen.

Bij Drijber. 

Nabij Echten stroomt het beekje langs een prachtig landgoed met bijbehorende oude eiken. 's Ochtends vroeg is het een lust om hier je camera boven de grondmist uit te steken. 

De reebokken zijn deze weken erg druk met de vrouwtjes en deze heeft me niet eens door.

Als de zon opkomt speur ik tevergeefs naar de bandheidelibel. Helaas niet gevonden, maar dit schouwspel kon me ook zeker bekoren.  

Heidelibel.

De zwanenbloemen komen inmiddels heel veel voor in het oude diepje en bloeien nog steeds.  De stampers lijken met wat fantasie op zwanen en vandaar de naamgeving.

Lisdodde met juffer.    

Hoewel het nog steeds maar weinig heeft  geregend  komen de paddenstoelen weer in grote aantallen  uit de grond zetten. De witte laag bovenop de hoed zijn de sporen. Als die eraf zijn krijgt de paddo een heel andere uiterlijk. Zonder microscopisch onderzoek is dit een lastige soort om op naam te krijgen. Het zou een hazenpootje of een klein viltig inktzwammetje kunnen zijn. 

Paardenbijter in vlucht.  Hij bijt natuurlijk geen paarden maar omdat hij vaak in de buurt van dieren en mensen op insecten jaagt hebben ze hem ooit deze naam gegeven. 
Door de warme zuidenwinden kwam er een leuke soort aan fladderen; de gele luzernevlinder.


Nog zo'n van oorsprong zuidelijke soort, de wespspin (of tijgerspin) met de kenmerkende zigzagstreep waarvan nog steeds niet duidelijk wat het doel hiervan is.
 Ze werd voor het eerst in Drenthe waargenomen in 2002 en komt bijna overal voor. 
Onder de rook van Hoogeveen staat tot in de herfst het zeldzame parnassia te bloeien.
Misschien zijn de bosjes die aan de rand van het beekdal liggen nog wel mooier dan het beekdal zelf. Er groeien soms uiterst zeldzame planten zoals het stekende wolfsklauw dat in de herfst nog sporenaren  heeft. 

Herfst in het bos.
De beekbosjes zijn gelegen op oude rivierduintjes en er staan vaak hele oude eiken. Als deze oude reuzen omvallen liggen ze er nog tientallen jaren voordat ze eindelijk zijn opgegeten en weggerot. Deze zwammetjes zijn er alvast met hun schimmeldraden in het hout aan begonnen. 

Als je maar helemaal niets doet aan beheer, wordt in Nederland bijna alles bos. Als eerste komen vaak de berken. Even overbelichten met tegenlicht geeft een schilderachtig effect.




    Verschillende bosjes langs de beek zijn gelukkig weer bewoond door dassen. 
Hieronder een filmpje welke een inkijkje geeft in hun leven.


Reacties

Populaire posts van deze blog

De oeroude bossen van Bad Bentheim en Samerrott.

Op een hete zomeravond in september rondom de Hoge Stoep

Windhoos van 14 juli 1975